Familieleven M.B. Rost van Tonningen (1852-1927)

BOEK: KNIL-GENERAAL M.B. ROST VAN TONNINGEN EN ZIJN FAMILIELEVEN

Voor de liefhebbers van Nederlands-Indië is onlangs een aangenaam leesbaar boek verschenen over M.B. Rost van Tonningen (1852-1927) die in de laatste jaren van zijn arbeidzame leven commandant was van het KNIL: het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger. Het boek beoogt zeker geen biografie te zijn, maar door het publiceren van allemaal onbekend materiaal uit het gesloten archief van mevrouw F.S. Rost van Tonningen-Heubel wordt een boeiende kijk gegeven op het leven van deze Lombokgeneraal en zijn familieleven.

Het leven van Marinus Rost van Tonningen begon in Suriname waar hij in 1852 te wereld kwam. Zijn vader was militair en zat tussen de slaven in Paramaribo waar hij zijn eigen verrassende kijk op had. Vader Nico had een hekel aan de tropische warmte en wat was hij blij toen hij terugging naar Holland. Na een verblijf in Nederland ging vader met zijn gezin naar Curaçao en vervolgens naar Sint Eustatius, waar hij de goedbetaalde functie kreeg van gezaghebber. De jonge Marinus had op deze wijze een heerlijk leven als kleuter en puber en hij kon zich als kind volledig ontplooien. In Nederland ging Marinus op 16-jarige leeftijd naar de KMA, waar hij zich als een vis in het water voelde.

Spoedig na voltooiing van zijn studie vertrok hij voor tien jaar naar Indië. Hij zat goed in zijn vel en wist zich in de militaire hiërarchie uitstekend te handhaven. Op het gebied van de liefde was hij een laatbloeier. De serieuze Rost van Tonningen trouwde met de veel jongere jkvr Meinouda van den Bosch, een vriendelijke adellijke vrouw die nogal beschermd was opgevoed. Marinus moest dan ook bergen werk verzetten om het vertrouwen te winnen van zijn schoonfamilie. Dat was een weg vol hindernissen!

Er kwamen drie jongens uit het huwelijk en zijn schoonmoeder bemoeide zich intens met de opvoeding. Dat werd anders toen de familie Van den Bosch als gepensioneerd naar Den Haag vertrok om aan de Groot-Hertoginnelaan te wonen. De briefwisseling tussen Den Haag en Indië levert boeiend materiaal op. Vooral ook omdat Marinus in diverse oorlogen en veldslagen terecht komt waarover hij rapporteert aan zijn familie. Er is te volgen hoe de familie tegen de oorlog aankeek, maar ook de reacties in Indië en Den Haag komen aan het licht. Daardoor krijgen we een beeld van de grote interessante kolonie Indiëgangers zowel militairen als ambtenaren die in Den Haag verbleef. In het boek wordt de krijg niet in extenso behandeld, maar we krijgen wel een beeld hoe het in de kampongs aan toe ging. Verrassend was het niet dat Marinus de Militaire Willems-Orde kreeg, daarmee werd royaal gestrooid in Indië. Maar na de MWO 4e klasse had Rost van Tonningen graag de 3e klasse willen hebben. Doch na een veldslag kreeg hij ‘slechts’ het eresabel, dat hij trots bij zijn officiële tenue kon dragen. Overigens kwam de MWO 3 klasse spoedig. Evenals zijn benoeming tot adjudant in buitengewone dienst van Koningin Wilhelmina. Er gaat een hele nieuwe wereld voor hem open. Hij moet diverse malen op het Paleis verschijnen om de Koningin te begeleiden bij verplichtingen. Saillant detail is dat zijn vrouw daar zelden bij is. Eenmaal weer terug in Nederlands-Indië kwam Rost van Tonningen in contact met Van Heutsz. De laatste werd gouverneur-generaal van Indië en Marinus zou commandant worden van de KNIL van 1907 tot 1909. Na deze hoogste rang twee jaar te hebben bekleed ging Marinus met pensioen en vertrok met zijn zoon Meinoud en zijn vrouw naar Nederland. Daar voegden zij zich bij hun twee andere kinderen die bij hun oma verbleven vanwege hun Middelbare Schoolopleiding.

Helm, F.J.A.M. van der (2012) M.B. Rost van Tonningen (1852-1927: het familieleven van de Lombokgeneraal, ‘s-Gravenhage, 17,50 euro af te halen bij de schrijver (21,50 met verzendkosten) via helmhuis@ziggo.nl 240 blz,.Kirjaboek ISBN 978-94-6008-140-8 Ook verkrijgbaar via internet Bruna, Ako, Bol enz.