2008. Balkenende op Veteranendag 2008: “Ik geniet ervan”

(Dit artikel verscheen eerder in Het Veteranenboek van 4-10-RI in 2009 en in de Sobat)

BALKENENDE OP VETERANENDAG 2008:

,,IK GENIET ERVAN!’’

verslag van F.J.A.M. van der Helm

Het militaire defilé vormde ongetwijfeld voor de meeste aanwezigen het hoogtepunt van de Veteranendag 2008, die ditmaal op een zaterdag viel. Op het Haagse Malieveld was het al vroeg verzamelen. Hulpverleners van de Nationale Reserve, maar ook medewerkers van het Rode Kruis waren in ruime mate aanwezig om mensen, die wat minder goed ter been waren een handje te helpen. Het was een gezellige drukte, die ochtend. Een miezerig buitje, dat soms wat heftig werd, behoorde rond het middaguur tot het verleden. Het defilé kon beginnen en werd afgenomen door de Prins van Oranje, die daarbij de wens van zijn grootvader voortzette om zich op of rond zijn verjaardag door de krijgsmacht.te laten gedenken. Witte anjers werden op alle hoeken van de straten uitgedeeld en veel mensen hadden hele bossen anjers verzameld, die in de loop van de dag hun kopje behoorlijk lieten vallen. Blauwe blazers waren overal te vinden. De veteranendag werd succesvol gevierd. Maar die vier mariniers uit Doorn, baalden als een stekker toen ze terugkwamen van de verplichte parade. “Wat duurt de dag nog lang!”en “Het is wel zaterdag, vandaag hoor. We horen vrij te zijn!”wisten ze me te vertellen en ze namen nog een glas van dat vocht van de overleden biermagnaat, die een goede vriend was van Prins Bernhard.

Het defilé…

De tribunes zaten vol en het marcheren van de troepen was een indrukwekkend schouwspel. Eenheden van de drie krijgsmachtonderdelen en voor mensen die de Koninklijke Marechaussee er ook toe willen rekenen, vier, waren allemaal met een afvaardiging aanwezig. Het waren beslist niet alleen veteranen, die meeliepen. Onder de 4.000 deelnemers, bestond een groot deel uit actieve soldaten. De Landmacht had een grote vertegenwoordiging en er waren enkele rijtuigen van 50 jaar oud, die nog goed genoeg waren om dienst te kunnen doen. Op die rijtuigen waren de oudere veteranen te vinden. Uitbundig zwaaiend naar de mensen, waarbij een Indië-veteraan zei: ,,De ontvangst van 60 jaar geleden, was wel anders!” En vervolgde hij, ,,joh, ik kan niet beschrijven wat wij bij thuiskomst hebben moeten meemaken. Voor ons was er geen luisterend oor. Wij hadden geen zalvende vingers. We werden voor halve moordenaars uitgemaakt in het ergste geval en anders wisten de medeburgers je wel te vertellen, dat je een mooie vacantie had gehad in het rijk van Insulinde! Die vergeten oorlog is met geen pen te beschrijven, meneer! ” Maar de bescheiden gedecoreerde man, vond het genoeglijk om steun te vinden op zo’n dag bij zijn oude makkers. Dat samenzijn, waarbij woorden overbodig zijn, waarbij een blik in elkaars ogen voldoende zijn om te werkelijkheid weer op tafel te krijgen. De wagens met oude veteranen reden verder. Hun ogen fonkelden alsof het teenagers waren: het was een zwaaien naar voorbijgangers en handenschudden vanaf het open gedeelte van de vrachtwagens. Zeker dat was een mooi gebeuren. En dan is het altijd een spektakel om de vliegtuigen in formatie te zien overvliegen. Wat een kabaal maken, die dingen. De grond trilt ervan. Maar wat imponerend! Enkele Apache-helicopters en tot slot enkele schitterende, oude kisten van de Stichting Historische Vlucht. Onze Indië-veteranen waren echter niet alleen. Vrijwel de meeste aandacht ging uit naar de soldaten, die zich na de Unifil (Libanon 1979-1985) hebben ingezet. Na die tijd heeft Nederland nog in heel wat landen gevochten al dan niet met toestemming van de Verenigde Naties, maar goed de politiek weet veel met de mantel der liefde te bedekken!

Programmaboekje…

Mijn oog viel nog op een programmaboekje van de Veteranendag 2008. Een landkaart met daarop de militaire missies tussen 1945-2007, ik heb ze geteld: 35 stuks, waarbij Moldavië (1993-heden), Albanië (1997-2002) en Georgië (1994-1996) mij het onbekendst voorkwamen, ojaa, Haïtie (1993-1996) kende ik ook nog niet. Maar beste Sobats, waar was de plaats van de jongens in Indië in het programmaboekje?? Inderdaad: andermaal weer een ondergeschoven kindje! Gewoonweg niet genoemd! Ook op deze veteranendag, blijft het allemaal een herdenken van de vele “veldslagen” van de Nederlanders, maar alles wat Indië heet komt niet op de kaart voor. In de tent op het Malieveld was onder B 29 de Vereniging van Oud-Militairen Indiëgangers (VOMI) verenigd. De opkomst was schaars. Het moet gezegd worden: de meeste aandacht ging uit naar de jonge, moderne soldaat, die zich mag decoreren met de eretitel veteraan. Wat betekent zo’n woord nu nog eigenlijk?

Malieveld…

Het was aangenaam vertoeven op het Malieveld! Een lekker windje, een zonnetje, dat de mensen tevreden heen en weer deed lopen. Van de ene tent naar de andere: op zoek naar kameraden. De toegang was vrij en jonge ouders moesten hun kinderen tot de orde roepen, wanneer ze bij een eettent ontdekten, dat je alleen met vooraf gekochte muntjes en bonnen kon afrekenen. ,,Tante Lien” bracht wat gezelligheid met haar traditionele liedjes, die door de ouderen direct werden herkend, maar door de jongeren weinig geïnteresseerd werden aangehoord. Voor hen zouden later popartiesten optreden, waarvoor de ouderen weer aan de haal gingen.sfeerfoto’s op het malieveld, waarbij het gezellig vertoeven was in enkele grote tenten

Tenten…

In grote tenten was het comfortabel vertoeven na én ook tijdens het defilé. Je kon het defilé op een groot scherm aanschouwen en dat was maar goed ook, want niet iedereen had de kracht om langs de weg te staan of was bevoegd om mee te lopen. In de tenten konden jong en oud het goed met elkaar vinden. Ofschoon opmerkelijk veel ouderen er wat beteuterd bij zaten. “Van mij hoeft het zó niet!”, vertelde me een KNIL-man. “Dit is een totale ontkenning van de werkelijkheid. Moet U zien, meneer, wat voor jonge ex-soldaten er allemaal rondlopen. Het is toch gewoon een bravourefeestje, dat voor hen is georganiseerd. Huh, veteranen? Kom nou, man, die knullen zijn toch geen veteranen…!” Er mengde zich nog een Indië-veteraan in het gesprek, die vooral wees op de ongedisciplineerdheid van de soldaten. ,,Moet U kijken wat er buiten allemaal in uniform zit te drinken. Er zijn mensen die dienst hebben!” De man wond zich er zichtbaar over op. Zijn vrouw suste hem wat en nam het woord over. “Wat hebben wij hier nu aan? De Nederlandse regering doet nu eindelijk wat voor de veteranen, maar wie zijn de veteranen. Toch niet die nieuwbakken knulletjes, die voor geld het leger instappen en dan bij thuiskomst een heldenontvangst krijgen! Dat onze jongens daar toch hebben móéten vechten, daar gaat men aan voorbij! Die geschiedenis, dáár wordt nog steeds niets aan veranderd, vindt U dat niet erg? Die jonge knullen weten helemaal niet wat we in Indië hebben meegemaakt! Ze moeten echt, die generaties uit elkaar houden. Niet om de generaties, nee, die jongens zijn aardig en behulpzaam, maar, meneer, zij zijn moderne veteranen. Zij hebben geen eerherstel nodig! Daar zit het verschil” 

Premier Balkenende…

Toen premier Balkenende de feesttent van de Landmacht binnenkwam, stond hij me, na elkaar vriendelijk begroet te hebben, welwillend te woord. Hij genoot zichtbaar van de overweldigende opkomst. Hij vertelde me dat het bezoek niet was gepland, “maar ik had voor mezelf wel het idee, als ik morgen even kan, dan ga ik er naar toe. En kijkt U nu zelf, is het geen groots militair feest? Weet U, meneer, ik geniet ervan! Dit is voor mij zoiets geweldigs, die samenhorigheid en eenheid. Hier voel ik me echt thuis, weet U dat!”, aldus de premier. En inderdaad, was de premier ook erg ontspannen. Zijn rood-wit-blauwe stropdas deed overigens al vermoeden, dat hij het naar zijn zin zou hebben. Hij knuffelde kinderen en ging buiten tussen de jonge soldaten zitten en dronk voor het oog van vele camera’s een slok bier. Hij bedoelde het ongetwijfeld goed, maar hoe zat het met die oudere veteranen? ,,Die ouwe generatie, die is zo sterk, die weet zich krijgshaftig te weren, dat verzeker ik U!”. Op eens schoot hem iets geniaals door het hoofd: ,,Ik vertel U, we worden allemaal oud en dan zullen deze jonge veteranen oud zijn en ook weer praten over de volgende generatie, zo gaat het toch in het leven?”, zei hij wat gniffelend. Ik moest ook lachen om die logica, maar zei hem wel, dan hoop ik dat ze geen last hebben van ereschulden en gebrek aan erkenning, want ik denk dat het daar bij de oude generatie omgaat. Het antwoord was kort: “We zien wel!”. Hij schudde me de hand en hij liep door na nog gevraagd te hebben ,,Misschien zien we elkaar volgend jaar weer? ”. Waarop mijn antwoord luidde: ,, Ik hoop eerder; ik denk aan Roermond!”. Hij lachte ietwat ondeugend, mogelijk zoekend naar een antwoord, maar hij ging verder. Hij wist wat ik bedoelde…

Jawel, hij genoot zichtbaar van het gebeuren. Voor hem was het een soort Koninginnedag. Veteranendag is niet herdenken, maar dat is volop plezier en dat is wellicht iets wat aan de veteranendag veranderd zou moeten worden. Wellicht eerst ergens een kranslegging bijvoorbeeld?

Een waardevol gesprek was afkomstig van een verpleegkundige van de Nationale Reserve, die me vertelde hoe slecht we geïnformeerd worden over de oorlogen. ,,Om strategische redenen kan je niet alle geheimen prijsgeven, maar als ik hoor om me heen, hoeveel mensen er gesneuveld of verminkt terugkeren uit Afghanistan, dan zijn het er meer dan je via de tv hoort. Bovendien, wat weten we van de andere oorlogen. Denk aan die fotorolletjes op de Balkan en aan de illegale oorlog met Irak”. We waren het roerend met elkaar eens, er is zo weinig wat we weten en dat wat we zien op zo’n Malieveld, dat was een gelikte show, maar is dat nu veteranendag??

Veteranendag was een gezellig feest voor jong en een beetje oud, waarbij het accent lag op de promotie van de krijgsmacht.