Mythen en feiten rond de Koningin van Voorburg (deel 2).
(dit artikel verscheen eerder in Het Krantje van 8 februari 2012, dat te Voorburg, Leidschendam en Stompwijk verschijnt)
door F.J.A.M. van der Helm
trouwen en scheiden.
Wie kent haar niet? De ‘Koningin van Voorburg’ die ook wel ‘Poederdot’ werd genoemd vanwege de vele lagen poeder die ze op haar gezicht had gesmeerd. Nog altijd spreken diverse generaties over deze extravagante vrouw. De meest fantastische verhalen doen over haar de ronde, waaraan we geen afbreuk willen doen. Doch in de archieven komen we historische feiten tegen die v o o r de mythen dienen te gaan. In het vorige deel hebben we uitgebreid kunnen lezen over de geboorte van onze ‘Koningin’ in het centrum van Den Haag. We hebben kennis gemaakt met haar ouders Johannes van der Lubbe en Catharina van Rijn en het gezin waarin ze is geboren. Spoedig na haar geboorte verhuisde het gezin naar het Oosteinde te Voorburg.
Opvallend was haar oudere broer Quirinus of Crijn, die in 1920 naar Argentinië emigreerde om daar de kost te verdienen als operazanger. Hij verbleef daar een tiental jaren en kwam later -veel ervaringen rijker- terug om als cafébaas in Voorburg te beginnen. Hij woonde aanvankelijk aan het Oosteinde op nummer 100 en later op de Koningin Wilhelminalaan op nummer 337. Terwijl haar halfbroer Hermanus in 1901 overleed te Roermond bleef het in het ouderlijk huis aan het Oosteinde 99 razend druk met de jonge kinderen. Dienstboden deden hun uiterste best om de jongelui in bedwang te houden. Wanneer onze ‘Koningin’ tien jaar oud is, vertrekt ze met enkele zussen naar Monster. Het gezin werd gesplitst. Mogelijk gingen de ouders op reis, doch dat blijkt niet uit het bevolkingsregister. Vanuit Monster vertrok de ‘Koningin’ in 1917 naar Rotterdam, maar dat was niet zomaar. Daarvoor was een serieuze reden. Ze was namelijk op 24 mei 1917 gehuwd te Voorburg met de Hilversummer Willem van Rijn. Inderdaad, ook een Van Rijn net zoals haar moeder, maar niet aantoonbaar familie van elkaar. ‘Koningin’ Anna was bij het sluiten van het huwelijk amper achttien jaar en hij bijna eenendertig. Waar de liefde vlam had gevat is niet bekend. Was er wel liefde tussen de twee? Ook dat is niet bekend. Was zij zo wulps en wilde ze deze Van Rijn als haar trofee versieren, of was hij degene die op vrijersvoeten ging en haar wist te verleiden. Ze trouwden in ieder geval met toestemming van haar ouders en vertrokken weldra naar de Bergweg te Rotterdam. Op nummer 157A hadden ze een bescheiden woning. Hun leven was verre van luxueus. Hij was eerst werkzaam als machinist bij de Holland-Amerika-Lijn en later was hij een technisch vertegenwoordiger. Grote zaken werden er niet gedaan en wat er ook te gissen valt over het huwelijk, een ding staat vast: er zijn hieruit geen kinderen geboren. Hun Rotterdamse verblijf duurde van 1917 tot 1921, daarna vestigde het echtpaar zich aan het Oosteinde 99 bij de rest van de familie. De verloren dochter was weer terug. Of de toen 22-jarige beeldschone dame toen al grootse plannen had, is niet bekend. Dat blijft gissen. De oudere generaties Voorburgers en Leidschendammers kennen haar als een excentrieke vrouw. Netjes gezegd. Er zijn stadgenoten, die schouderophalend verklaren, dat er bij Anna altijd al een steekje heeft losgezeten.
Scheiding
Mogelijk hield haar man haar nog enigszins in de hand. Hoe anders werd dat toen ze in 1931 scheidden van elkaar, doordat Van Rijn een minnares had veroverd. Hij werd het paradijselijke huis uitgezet en kwam terecht in het dubbele bovenhuis aan de Haagse Weteringkade 54 niet ver
Het dubbele huis aan het Oosteinde te Voorburg waar de familie Van der Lubbe verbleef.
van de Pletterijstraat. Nauwelijks één maand na het uitspreken van hun scheiding huwde Wim van Rijn met de Amsterdamse jodin Truida Eliazer, die 21 jaar jonger was dan hij. Onze ‘Koningin’ bleef met haar familie aan het Oosteinde wonen. Mogelijk hervatte ze haar passie om te zingen in navolging van haar overigens weinig succesvolle broer Crijn. In de 30-er jaren noemen ze zich beiden operazanger. In hoeverre ze werkelijk beluisterenswaardig waren heeft de geschiedenis niet overgeleverd. Steeds meer zien we mythevorming in plaats van feiten, ofschoon aan het feit, dat de dame een qua uiterlijk excentriek voorkomen had geen millimeter afgedaan mag worden. Ze was een grote persoonlijkheid en liet zich door weinig mensen beïnvloeden. In 1939 overleed haar moeder Catharina van Rijn. In de oorlog raakte ze haar vader Jan van der Lubbe kwijt. Dat was in 1942. Hun testamenten zijn nog niet toegankelijk in de archieven. Vermoedelijk zullen we dan meer te weten komen over hun vermaarde rijkdom. Dat vader Jan een geslaagd zakenman was, blijkt niet uit de informatie die tot nu toe openbaar is. De geruchten dat hij een vermogen zou hebben verdiend als zakenman, zijn niet te bevestigen. Dat hoeft ook niet. We weten dat het gezin luxe woonde met diensboden en dienstknechten. Was het de te Wassenaar geboren Jan van der Lubbe die eens als landbouwer werkzaam was, die het geld inbracht of kwam het vermogen van moederszijde vandaan?
wordt vervolgd
helmhuis@ziggo.nl